DIGITOWN NEWS
cursus engels

NIEUWE SPELLING - UITLEG

Surftip: werkwoordspelling


Samenstellingen
Woordtekens

HOOFDLETTERS

Er zijn 27 spellingsregels voor het hoofdlettergebruik. De oefeningen zijn verdeeld in 4 niveaus om zo gradueel de spellingsregels aan te leren.

Maakt u een fout, dan wordt naast het juiste antwoord ook de spellingsregel weergegeven (bv. H7) om zo vlugger de verschillende spellingsregels voor het hoofdlettergebruik onder de knie te krijgen.

  1. Je schrijft het eerste woord van een zin of van een aanhaling met een hoofdletter.

    Waar zijn mijn sleutels?
    Zij riep: "Dit is onduldbaar!"

  2. Je schrijft het tweede woord van een zin of van een aanhaling met een hoofdletter als de zin met een afgekort woord begint.

    's Morgens sta ik nooit vroeg op.
    "'n Kanjer heb ik gevangen", sprak de visser trots.

  3. Je schrijft geen hoofdletter als het eerste woord van een zin of van een aanhaling met een cijfer of een ander teken begint.

    65-plussers krijgen een korting.
    © betekent copyright.

  4. Een eigennaam krijgt een hoofdletter; een soortnaam schrijven we klein.

    Belle Perez
    Snoopy
    een veertiger
    een beagle

  5. De voornaam, de initialen van personen en de familienaam van een persoon schrijven we met een hoofdletter. Voorzetsels en lidwoorden in sommige familienamen krijgen in Nederland een kleine letter als er een voornaam, initiaal of familienaam aan voorafgaat. Volgens de Belgische wetgeving worden deze elementen altijd geschreven zoals ze in het geboorteregister staan.

    mevrouw Van Miert - Carla Van Miert - J.P. De Grote (BEL)
    mevrouw Van Miert - Carla van Miert - J.P. de Grote (NED)

  6. Schrijf personificaties van abstracte begrippen met een hoofdletter. Schrijf een persoonsnaam klein als die niet meer naar de persoon zelf verwijst, maar naar personen met een bepaalde eigenschap.

    Jan Modaal
    Koning Winter
    een bob

  7. Samenstellingen behouden hun hoofdletter, behalve wanneer de eigennaam niet meer als zodanig fungeert of wanneer het om de naam van een uitvinder of ontdekker gaat, tenzij als u de naam los gebruikt om expliciet naar de uitvinder of ontdekker te verwijzen.

    Beatlesplaat
    achillespees
    fröbelschool
    alzheimerpatiënt
    de ziekte van Alzheimer

  8. Afleidingen van eigennamen krijgen een kleine letter.

    darwinisme
    victoriaans

  9. Personen en zaken die als heilig worden beschouwd en de woorden die ernaar verwijzen, schrijf je met een hoofdletter. Als het woord niet langer naar een helig persoon of begrip verwijst, verliest het zijn hoofdletter. Schrijf namen van godsdienstige praktijken en voorwerpen klein.

    Jezus Christus
    de Bijbel
    een Mariabeeld
    een mozesboom
    de biecht
    een bijbel (= exemplaar ervan)

  10. Schrijf in een tekst aanspreekvormen, functiebenamingen en titulatuur klein. Schrijf een hoofdletter als u iemand met bijzonder respect aanspreekt.

    professor Peeters
    Hare Majesteit

  11. Schrijf namen van plaatsen, streken, landen, bergen, rivieren, woestijnen en hemellichamen (tenzij in niet-wetenschappelijke teksten) met een hoofdletter.

    Moskou
    Nederlandstalig
    Zuid-Afrikaproblematiek
    Avondster
    maan

  12. Als aardrijkskundige namen soortnamen zijn geworden, schrijf je een kleine letter.

    champagneglas
    parmaham

  13. Schrijf namen van windstreken klein, tenzij ze deel uitmaken van een aardrijkskundige naam.

    het noorden
    Zuid-Afrika

  14. Schrijf de naam van een taal of dialect met een hoofdletter, tenzij die taalnaam een minachtende betekenis heeft, Schrijf werkwoorden en zelfstandige naamwoorden die van taalnamen zijn afgeleid, klein.

    Arabisch
    Nederlandstalig
    Duitse
    schoolfrans
    verfransing

  15. Schrijf elementen als hoog, laat, middel, nieuw, oud, plat, standaard en vroeg met een hoofdletter in de naam van een taal of dialect.

    Nieuwgrieks
    Vroegmiddelnederlands
    oud-Friese sport

  16. Schrijf de naam van een bevolkingsgroep of een lid daarvan met een hoofdletter als de naam van een aardrijkskundige naam is afgeleid of als het om een specifiek volk gaat. Schrijf overkoepelende namen voor leden van etnische groepen klein, alsook spotnamen.

    Belg
    Vikingboot
    Keltisch
    bosjasmannenrijst
    moffenvriend
    indiaan
    yankee

  17. Schrijf namen van aanhangers van een geloofsovertuiging klein.

    een christen
    islamitisch

  18. Schrijf namen van artistieke, culturele en maatschappelijke en stromingen klein. Schrijf eigennamen van kunstenaarscollectieven met een hoofdletter.

    gotiek
    punk
    naturalist
    Cobra

  19. Schrijf woorden waarmee we de tijd indelen, zoals dagdelen, dagen, maanden en seizoenen, klein.

    zondag
    mei
    herfst
    computertijdperk

  20. Schrijf namen van historische gebeurtenissen met een hoofdletter.

    de Holocaust
    Eerste Wereldoorlogboeken

  21. Schrijf de officiële naam van feestdagen en andere bijzondere dagen met een hoofdletter.

    Moederdag
    paasvakantie
    kerst

  22. Schrijf de naam van een instantie, een bedrijf of een organisatie met een hoofdletter, tenzij de instantie, het bedrijf of de organisatie een andere schrijfwijze gebruikt of als ze gebruikt worden als soortnaam.

    Europese Unie
    Belgacom
    een ministeriegebouw

  23. Schrijf merknamen met een hoofdletter, tenzij de naamgever een andere schrijfwijze heeft gekozen of als ze een soortnaam worden zijn.

    een Boeing 747
    Essotankstation
    een aspirientje

  24. Schrijf het eerste woord van de titel van een boek, film, theaterproductie, artistieke onderscheiding of evenement met een hoofdletter. Schrijf de naam van een krant of tijdschrift op de manier die de oprichter of redactie heeft gekozen.

    Daviscup
    Oons kookboek
    De Standaard

  25. Zelfstandige naamwoorden die aan het Duits zijn ontleend, schrijven we in het Nederlands met een kleine letter. Alleen als dergelijke zelfstandige naamwoorden de waarde van een eigennaam hebben, krijgen ze een hoofdletter.

    übermensch
    schnaps
    Sturm und Drang

  26. Een lettervormwoord krijgt alleen een hoofdletter als de vorm van de hoofdletter bedoeld is of als de letter een ordening, classificatie of evaluatie aangeeft..
    X-benen
    x-as
    B-team
  27. De regels voor het schrijven van hoofdletters in afkortingen en letterwoorden zijn vrij ingewikkeld:

    • Een initiaalwoord of letterwoord dat we ontlenen aan een andere taal, behoudt zijn spelling zolang we het als vreemdtalig aanvoelen.
      RAM (random access memory)
    • Naarmate een letterwoord of initiaalwoord ingeburgerd raakt, verdwijnen de hoofdletters. Een letterwoord wordt daarna zonder koppelteken of apostrof opgenomen in een samenstelling of afleiding. Een letterwoord met een of meer hoofdletters behoudt het koppelteken en de apostrof. Dat geldt ook voor initiaalwoorden.
      aids - aidsvirus - ontaidsen
      pin - pincode - pinnen
      SIS - SIS-kaart
    • De afgekorte namen van wetten, besluiten of overheidsplannen schrijven we met hoofdletters. Als een andere schrijfwijze ingeburgerd is, dan geldt het donorprincipe.
      KB (Koninklijk Besluit)
      AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur)
    • Als het donorprincipe niet speelt, dan hangt het gebruik van hoofdletters bij letterwoorden die een eigennaam aanduiden af van de lengte. Een letterwoord van drie letters of minder wordt volledig met hoofdletters geschreven. Een letterwoord van vier letters wordt volledig met hoofdletters geschreven als het gaat om een (openbare) instelling, een vereniging, een politieke partij In alle andere gevallen gebruiken we alleen een hoofdletter aan het begin van het letterwoord
      WEU (West-Europese Unie)
      NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie)
      Unicef (United Nations International Children's Emergency Fund)
    • De afgekorte namen van ziekten schrijven we met hoofdletters. Alleen woorden die tot het dagelijkse taalgebruik zijn doorgedrongen, schrijven we met kleine letters.
      BSE (boviene spongiforme encefalopathie)
      soa (seksueel overdraagbare aandoening)


terug naar boven


SAMENSTELLINGEN

We overlopen hier het gebruik van de tussenletter. Een tussenleeter is een letter (e, n of s) of een lettercombinatie (en) die we spellen in een woord waar we een tussenklank horen. Voorbeeld: -en- in eikenboom.

  1. Je schrijft -en- als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat uitsluitend een meervoud op -en heeft.

    pannenkoek
    paddenstoel
    koninginnensoep

  2. Je schrijft geen -n- als het eerste deel verwijst naar een persoon of zaak die in de gegeven context uniek is in zijn soort.

    Koninginnedag
    maneschijn
    zonnesteek
    hellevuur

  3. Je schrijft geen -n- als het eerste deel een versterkende of waardevolle betekenis heeft en de samenstelling zelf een adjectief is.

    apetrots
    beresterk
    reuzegroot
    boordevol

  4. Je schrijft geen -n- als één van de delen of beide delen niet meer herkenbaar zijn als afzonderlijk woord in de oorspronkelijke betekenis. Hier is sprake van versteende uitdrukkingen.

    hazewind
    kinnebak
    schattebout

  5. Je schrijft geen -n- als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is dat geen meervoud heeft of als het eerste deel afkomstig is van een werkwoord.

    tarwebrood
    brandewijn

  6. Je schrijft geen -n- als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is dat een meervoud op -s heeft.

    garagepoort
    hoogtevrees

  7. Je schrijft geen -n- als het eerste deel een bijvoegelijk naamwoord is of een woord met een vergelijkbare functie, tenzij het eerste deel al eindigt op -en.

    oudejaar
    dronkenlap

  8. Als je in samenstellingen een s-klank hoort, schrijf je -s-.

    beroepsrenner
    herdershond
    zondagsblad

  9. Je hoort de tussenletter -s- niet als het tweede deel van de samenstelling met een -s begint. Om dit na te gaan, kun je vergelijken met een gelijkaardige samenstelling waar je wel de tussenletter -s- hoort. We noemen dit de regel van de analogie.

    dwarsschip - dwarsfluit
    staatsschuld - staatsprijs
    gedragsstoornis - gedragsleer

  10. Je hoort de tussenletter -s- niet of niet zuiver als het tweede deel van de samenstelling met een -c, -ch, -j of -z begint. Ook hier pas je de regel van de analogie toe.

    bedrijfschef - bedrijfskunde
    liefdeszanger - liefdesaffaire
    scheepsjournaal - scheepsdokter


terug naar boven


WOORDTEKENS

Woordtekens geven aanduidingen over de uitspraak of structuur van woorden. We behandlen het koppelteken (of liggend streepje) en het deelteken (of trema). Een grondwoord is een oorspronkelijk woord of een woord dat zelfstandig kan optreden. Een samenstelling bestaat uit de verbinding van twee of meer grondwoorden. Een afleiding bestaat uit een grondwoord en een voorvoegsel en/of achtervoegsel.

KOPPELTEKEN

  1. We vermijden klinkerbotsing in een samenstelling door een koppelteken te gebruiken. Ook de combinaties i + j, e+ij, e+ui en i+i leveren een klinkerbotsing op in een samenstelling.

    na-ijver
    astmaonderzoek
    vanille-ijs

  2. Een afleiding met een voorvoegsel van Griekse of Latijnse oorsprong behandelen we als een samenstelling. We schrijven het voorvoegsel aan het grondwoord vast. Bij klinkerbotsing krijgt de afleiding een koppelteken. Het gaat om voorvoegsels (of elementen die we als voorvoegsel gebruiken) zoals aero-, anti-, audio-, auto-, bi-, bio-, co-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-, extra-, giga-, intra-, loco-, macro-, micro-, mini-, mono-, multi-, neo-, para-, pre-, pro-, proto-, pseudo-, quasi-, re-, retro-, semi-, socio-, supra-, tri-, ultra- en vice-.

    privégesprek
    co-educatie

  3. Je schrijft een koppelteken in samenstellingen met gelijkwaardige delen.

    dichter-zanger
    een win-winsituatie

  4. Je schrijft een koppelteken in samenstellingen warvan het ene deel het andere bepaalt. Samenstellingen met eigennamen en samenstellingen die beginnen met Sint of sint volgen dezelfde redenering.

    proces-verbaal
    de Irak-oorlog
    sint-bernardshond

  5. Je schrijft een koppelteken tussen familienamen die bij elkaar horen.

    Mevrouw Jansens-Peters
    het komisch duo Van Kooten-De Bie

  6. Je schrijft een koppelteken in samengestelde aardrijkskundige namen en hun afleidingen.

    Latijns-Amerika
    Oost-Vlaams

  7. Je schrijft een koppelteken in samenstellingen met cijfers, letters, afkortingen, initiaalwoorden (= afkortingen letter per letter uitgesproken) en tekens.

    100-jarige
    A-kant
    art.-nummer
    btw-tarief
    &-teken

  8. Letterwoorden (= afkortingen uitgesproken als een woord op zich) en verkorte woorden worden zonder koppelteken geschreven, behalve als het met één of meer hoofdletters wordt geschreven.

    aidspatiënt
    infonamiddag VUT-regeling

  9. Je schrijft een koppelteken na niet-, oud- (= gewezen), bijna-, adjunct-, aspirant-, chef-, ex-, interim-, kandidaat-, non-, stagiair- en substitut-.

    oud-leerling
    non-fictie

  10. Samenstellingen en afleidingen krijgen een koppelteken wanneer het tweede deel met een hoofdletter begint.

    anti-Frans
    on-Engels

  11. Bij afleidingen met afkortingen, cijfer- en initiaalworden en symbolen en bij verkortingen en letterwoordenmet een hoofdletter wordt na een voorvoegsel een liggend streepje gespeld.

    ont-Benelux't
    ge-sms't

  12. Je schrijft een koppelteken in samenstellingen waarin een gemeenschappelijk deel wordt weggelaten.
    aan- en verkoop
    op- of aanmerking
  13. Je schrijft een koppelteken in samenstellingen die woorden verbinden die één geheel vormen.
    doe-het-zelver
    vergeet-mij-nietje
  14. Je schrijft een koppelteken in veel samenstellingen van Franse of Engelse afkomst. Het liggend streepje wordt daarbij overgenomen uit de brontaal. Een woordenboek is hier vaak onontbeerlijk.
    vol-au-vent
    close-up

DEELTEKEN

  1. Schrijf een trema bij klinkerbotsing in een ongeleed woord, een afleiding, een verbogen of vervoegde vorm. De combinaties i + j, e+ij, e+ui en i+i leveren geen klinkerbotsing op in een afleiding.

    hygiëne
    beïnvloeden
    geuit

  2. Je schrijft geen deelteken in de Latijnse uitgangen -eum, -eus, -ei en in de Franse uitgangen -ien, -ienne.

    petroleum
    elektricien

  3. Je schrijft geen deelteken in de combinatie i + ee, in de combinatie i + i en als er een doffe -e volgt op een tweeklank.

    kopieer
    kopiist
    truien


terug naar boven

Contact: webdesign - info.digitown.be - Nieuwe Spelling